Vitamine D3
Vitamine D wordt gevormd door zonlicht op de huid, waarbij cholesterol wordt omgezet naar het inactieve vitamine D3 (cholecalciferol). In de lever wordt cholecalciferol omgezet naar het inactieve 25-(OH) vitamine D. Vervolgens wordt in de nieren uiteindelijk het actieve 1,25-di-Hydroxy-Vitamine D3 (1,25-dihydroxy-vitamine D3) gevormd.
Vitamine D (vetoplosbaar) is belangrijk voor sterke botten en tanden en bevordert de opname van calcium en de opbouw van de botten. Ook bevordert het de opname van de mineralen calcium en fosfor in het lichaam. Vitamine D speelt ook een rol bij de instandhouding van de weerstand en bij een goede werking van de spieren.
Symptomen overschot
Een langdurige te hoge inname van vitamine D kan schade aan hart, nieren en bloedvaten veroorzaken. Verder veroorzaakt een hoge inname misselijkheid, slaperigheid, verminderde eetlust en obstipatie. Nadelige effecten als gevolg van een overmaat aan vitamine D zijn echter zeer zeldzaam.
Symptomen tekort
Vitamine D bevordert de opname van calcium en de opbouw van de botten. Wanneer vitamine D ontbreekt, verlopen deze processen trager, hetgeen resulteert in rachitis (Engelse ziekte, een skeletafwijking) bij kinderen en verweking van de botten (osteomalacie) bij volwassenen. Een tekort aan vitamine D kan osteoporose veroorzaken. Osteoporose is botontkalking die op latere leeftijd optreedt en die vooral bij vrouwen de kans op botbreuken verhoogt. Studies bij oudere vrouwen tonen aan dat extra vitamine D, aanvullend op de dagelijkse voeding, het risico op botbreuken verkleint. Tot slot kan ernstig vitamine D-gebrek botpijn, spierzwakte en spierkrampen veroorzaken.
Bronnen
De belangrijkste bron voor vitamine D is zonlicht. Bij ruime blootstelling aan zonlicht maakt het lichaam bij de meeste volwassenen voldoende vitamine D aan in de huid. Kinderen tot vier jaar en vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven hebben extra vitamine D nodig.
Vitamine D komt van nature uitsluitend voor in voedingsmiddelen van dierlijke herkomst. Deze voedingsmiddelen bevatten echter over het algemeen erg weinig vitamine D. Een uitzondering hierop zijn vette vissoorten (bijvoorbeeld (haring, makreel, zalm), eieren en vlees. Deze bevatten iets meer vitamine D.