Desulfobacter spp.
Desulfobacter is een geslacht van bacteriën uit de familie van Desulfobacteraceae. Desulfobacter heeft, net als andere soorten sulfaatreducerende bacteriën (SRB) zoals Desulfovibrio spp. en Desulfomonas spp., het vermogen om acetaat tot CO2 te oxideren door sulfaatreductie en vormen daarbij grote hoeveelheden sulfaat. Sulfaatreducerende bacteriën gebruiken namelijk een proces dat ‘dissimilatoire sulfaatreductie’ wordt genoemd om sulfiet en sulfaat tot sulfide te reduceren. Het gevolg van dit proces is de productie van potentieel giftig waterstofsulfide, wat kan bijdragen aan gasuitzetting in de buik.
Waterstofsulfide kan een remming van de butyraatoxidatie teweeg brengen, die essentieel is voor de energievoorziening van de colonocyten. Een toename van de sulfaatreducerende bacteriën kan een chronische ontsteking van het darmepitheel veroorzaken.
Waterstofsulfide kan ook het darmslijmvlies beschadigen door de oxidatie van boterzuur, de primaire brandstof voor enterocyten, te remmen. Deze remming van butyraatoxidatie is kenmerkend voor het defect dat wordt waargenomen bij colitis ulcerosa en leidt tot intracellulair energietekort en tot verstoring van essentiële activiteiten.
Er is ook aangetoond dat sulfide een substantiële toename van de slijmvliespermeabiliteit veroorzaakt, vermoedelijk door de afbraak van de polymere gelstructuur van mucine door de splitsing van disulfidebindingen.
De hoeveelheid voedingssulfaat die de dikke darm bereikt, lijkt de primaire factor te zijn bij het bepalen van de groei van SRB. Bronnen van voedingssulfaat zijn conserveermiddelen, gedroogd fruit (indien behandeld met zwaveldioxide), gedehydrateerde groenten, schaaldieren (vers of bevroren), verpakte vruchtensappen, gebak, witbrood en de meeste alcoholische dranken. Het lijkt ook waarschijnlijk dat de inname van voedingsmiddelen die rijk zijn aan zwavelhoudende aminozuren zowel de groei bevordert van SRB alsook de productie van sulfide in de dikke darm.
Grote hoeveelheden zwavelhoudende aminozuren worden aangetroffen in koemelk, kaas, eieren, vlees en kruisbloemige groenten. Consumptie van grote hoeveelheden van deze voedingsmiddelen kan de sulfideproductie in de dikke darm aanzienlijk verhogen. Onderzoek uitgevoerd in de jaren 1960 vond dat de eliminatie van melk, kaas en eieren uit het dieet van patiënten met colitis ulcerosa resulteerde in een aanzienlijk therapeutisch voordeel, wat suggereert dat het verminderen van de inname van zwavelhoudende aminozuren de colonproductie van sulfide vermindert.