Bloed
Omschrijving
Bloed is een vloeibaar weefsel. Het wordt als een steunweefsel beschouwd, omdat het bestaat uit bloedcellen die omgeven worden door een vloeibare matrix, het bloedplasma. De hoeveelheid bloed van een mens van 70 kg bedraagt ongeveer 7,5% van dit gewicht. Dit komt overeen met ongeveer 5 liter bloed. Ongeveer 45% van het bloed bestaat uit bloedcellen en celfragmenten, de overige 55% bestaat uit bloedplasma.
Bloedcellen
De bloedcellen zijn onder te verdelen in:
Bloedplasma
Het plasma is onder te verdelen in:
Er kunnen verschillende vormen van onderzoek worden uitgevoerd op veneus bloed:
-
Hematologisch onderzoek, waarbij de aantallen, de aard en de eigenschappen van de bloedcellen wordt bepaald.
-
Biochemisch of klinisch chemisch bloedonderzoek, waarbij van allerlei stoffen de hoeveelheid wordt bepaald, vooral stoffen die:
- in het bloed een functie hebben, zoals albumine
- een afvalproduct zijn van de stofwisseling, zoals kreatinine
- een maat zijn voor celbeschadiging, zoals ASAT en LDH
- een substraatfunctie in het lichaam hebben, zoals glucose en cholesterol
- een signaalfunctie hebben (hormonen) zoals TSH
-
Serologisch onderzoek, waarbij meestal wordt gekeken naar antistoffen tegen allerlei ziekteverwekkers of allergenen.
-
Microbiologisch onderzoek, waarbij naar verwekkers (bacteriƫn, virussen, parasieten) zelf wordt gezocht.
Afname
Veneus bloed wordt via veneuze bloedafname verzameld in specifieke bloedmonsterbuizen.
Homocysteïne: zorg bij de bloedafname ervoor dat deze zonder stuwing wordt afgenomen om te voorkomen dat het plasma hemolytisch wordt.
SKB-ROTS-test: Minimaal vijf druppels bloed met verschil in dikte (van dik naar dun).
SKB-SKL-test: Let op dat er niet te hard wordt gedrukt met de glaasjes, dan gaan de cellen kapot.
Noteer naam en geboortedatum met potlood op de glaasjes.