Urine
Omschrijving
Gemiddeld produceert een mens ongeveer 1,5 à 2 liter urine per dag. De hoeveelheid is afhankelijk van 1) de hoeveelheid opgenomen vocht, 2) de hoeveelheid opgenomen zouten en 3) de hoeveelheid vocht en zouten die het lichaam verliest door transpiratie. De bestanddelen van urine zijn:
- Water (96%)
- Zouten
- Afbraakproducten van eiwitten: ureum (van aminozuren), kreatinine (van het spiereiwit kreatine), urinezuur (van nucleïnezuren)
- Urobiline, deze stof geeft urine zijn typische gele kleur
- Celresten afkomstig van het epitheel van de nefronen en urinewegen
- Vitaminen, als er met het voedsel meer is opgenomen dan er wordt verbruikt
- Bepaalde hormonen, bijvoorbeeld tijdens de zwangerschap
Afname
Voor alle urinetesten, behalve de HCl-test, is de eerste ochtendurine nodig, al dan niet nuchter. Dit is de meest geconcentreerde vorm. Het is de bedoeling dat de midden straal wordt gebruikt. Hiervoor laat men de urine ca. 3 seconden lopen alvorens de urine op te vangen in de urinebeker, zonder de straal te ontbreken. Vervolgens kan het urinebuisje worden gevuld tot de markering.
Om de diagnostische waarde van de urinetesten te waarborgen, gaan de urinetesten gepaard met specifieke dieetregels. Zo is het bijvoorbeeld van belang om in het geval van de urinetest voor exorfines, een week voor de testafname geen sojaproducten te eten.
Voor de HCl-test mogen er twee dagen voor afname geen serotoninehoudende voedingsmiddelen, bepaalde medicijnen, koffie, alcohol en nicotine genuttigd worden.
Bij de KPU-test moet men stoppen met de inname van vitamine B6 en zinksupplementen en de afname van de Urine Sander test moet volgens een strak tijd- en eetschema plaatsvinden.