Parasitologie
Parasieten veroorzaken chronische ontstekingen en grijpen in het metabolisme van de gastheer in. Parasieten kunnen bij een verstoorde darmbiota en verstoorde barrièreresistentie een sterk pathologisch potentiaal ontwikkelen.
Parasitologisch onderzoek vond oorspronkelijk plaats aan de hand van microscopisch ontlastingsonderzoek naar cysten, de ingekapselde parasiet. Als cyste kunnen parasieten langere tijd buiten het lichaam overleven, bijvoorbeeld in de bodem.
Er zijn echter parasieten die geen cysten vormen. Deze parasieten zijn zeer gevoelig voor zuurstof en zullen snel na afname van het fecesmonster verdwijnen.
Daarom is de TFT ontwikkeld, waarin parasieten worden gefixeerd en daarna via microscopisch onderzoek kunnen worden opgespoord. In dit onderzoek wordt eveneens immunologische getest op de antistoffen van een aantal veelvoorkomende parasieten.
Sinds 2010 is een nieuwe snelle en goedkopere methode beschikbaar voor het onderzoek naar parasitaire infecties, de qPCR methode, een DNA-onderzoek naar parasieten. De Polymerase Chain Reaction (PCR) is een snelle en zeer gevoelige methode om uit kleine hoeveelheden genetisch materiaal specifiek één of meer gedeeltes te vermenigvuldigen die dan geanalyseerd kunnen worden. De gevoeligheid van de PCR is hoger dan de gevoeligheid van het traditionele cysten/wormeierenonderzoek en de TFT. Wormeieren worden echter niet gedetecteerd in de PCR. Ook sporadisch voorkomende parasieten als Cyclospora en Isospora belli of apathogene soorten als Entamoeba coli, Endolimax nana of Iodamoeba butschlii worden met behulp van PCR niet gevonden. De PCR methode is dus zeer hoog sensitief, maar helaas enorm laag specifiek. Dat betekent dat de resultaten van de PCR methode zeer betrouwbaar zijn, echter worden slechts een zeer beperkt aantal parasieten getest. Daarom werkt RP Sanitas Humanus met de hoogwaardige, parasitologische Triple Feces Test (TFT).
De uitscheiding van parasieten is onregelmatig. Daarom worden bij deze test gedurende drie dagen fecesmonsters verzameld. Een ander kenmerk van deze test is dat op dag 1 en 3 als fixatief natriumacetaat azijnzuur formaline (SAF) wordt gebruikt. Dit zorgt ervoor dat de parasieten geconserveerd worden, waardoor ze niet uiteenvallen en dus goed gedetecteerd kunnen worden. Daarna worden de preparaten gekleurd volgens de Iron Haematoxylin Kinyoun methode (IHK-methode), een zeer goede kleuringsmethode. Op dag 2 wordt in het bijzonder de inwendige structuur (kernen, vacuolen) van mogelijke parasieten onderzocht met behulp van een directe Jodium-Kalium-Jodide (JKJ) kleuringsmethode. De zojuist genoemde kenmerken van de TFT zijn verantwoordelijk voor een veel hogere specificiteit en sensitiviteit ten aanzien van parasieten in feces, dan bij de conventionele methode, waarbij sedimentatie van verse feces plaatsvindt met ether. Ieder monster wordt microscopisch onderzocht op parasitologische verstoringen zoals wormen, wormeitjes en protozoën. Daarnaast vindt ook immunologisch onderzoek van de monsters plaats naar Entamoeba histolytica, Cryptosporidium en Giardia lamblia.
De afname van de 3 ontlastingsmonsters hoeft niet op 3 opeenvolgende dagen, maar kan met tussenpozen van meerdere dagen worden afgenomen, mits het 3 opeenvolgende momenten van ontlasting betreft. De 3 ontlastingsmonsters mogen echter niet op één en dezelfde dag worden afgenomen.
Het is dus van belang dat het parasitologisch onderzoek met de TFT wordt uitgevoerd, omdat hierbij, naast immunologisch, ook microscopisch onderzoek plaatsvindt, waardoor een veel groter bereik aan parasitaire verstoringen kan worden gedetecteerd.